Je hoeft hier niet te zoeken naar bijzondere recepten, die staan er namelijk al genoeg op internet. Ik gebruik zelf ook gegoogelde recepten die ik desgewenst aanpas aan mijn eigen smaak en mogelijkheden.
Op dit blog vind je wel recensies, praktische tips, anekdotes en ja, misschien ooit nog wel een recept. Maar dat is dan een recept dat ik echt zelf heb gemaakt, óf een bestaand recept dat ik op z'n minst flink heb verhaspeld.

woensdag 4 maart 2015

De lekkerste appeltaart

De meeste koekenbakkers roepen dat hun appeltaart lekkerder is dan alle andere, ik heb me al lang geleden voorgenomen om daar niet aan mee te doen. Maar stiekem ben ik natuurlijk wel op zoek naar een mega-lekker recept. En toen ik eindelijk dacht dat ik iets heerlijks had ontwikkeld, kwam mijn jongste zoon met de mededeling dat hij zijn vegetarische levensstijl een tandje hoger had gezet en veganist was geworden. Dag roomboter! 
En natuurlijk ga ik geen taarten maken met margarine. Mijn zoon mag dan een ver familielid zijn van Anton Jurgens, de Osse uitvinder van de kunstboter (margarine), maar dat betekent nog niet dat ik ons bloot wil stellen aan de plastic toei die tegenwoordig als "gezonde" margarine verkocht wordt. Ik kook puur natuur en daarin is geen plaats voor geraffineerde producten. 

Maar wat dan? Een tijdje geleden besloot ik biologische kokosolie te gebruiken. Het heet olie, maar het is keihard vet. Zó hard zelfs, dat je het moeilijk door het deeg kneed, zonder harde brokjes achter te laten. Het kneden kostte dus wat extra werk, maar dat was het wel waard, want lekker dat die taart was! De rand was precies zoals appeltaart in mijn beleving moet zijn: bros, romig en vooral heerlijk van smaak. Maar hij was wel vet. In de mond liet het een heel dun vetlaagje achter en op de handen (want wie eet appeltaart nou met een vorkje?) en het bordje was het vet duidelijk zichtbaar. Het was dus iets teveel van het goede, maar hoe los ik dat op? 

zondag 1 maart 2015

Surinaams met een vleugje Schaijks

"Weet je hoe je een ui snippert?" Wat een vraag, ik kook al meer dan veertig jaar! Natuurlijk weet ik dat. 
Kees van den Brenk wacht het antwoord niet af. Hij halveert een ui, haalt zowel de schil als het puntje eraf en laat het stronkje zitten. Huh?
"Kijk, zo", zegt Kees, en hij snijdt heel dunne plakjes, haaks op het stronkje. Het mes reikt net niet ver genoeg, Kees laat alle plakjes op dat uiteinde vastzitten. Dan draait hij de ui een kwartslag en snijdt er vervolgens dunne schijfjes van, die in ragfijne snippers op de snijplank uiteenvallen. Pas als alles gesneden is, gooit Kees het overgebleven stronkje bij de uienschillen in de groenbak. "Als je ze vast laat zitten, blijven alle plakjes bij elkaar en kun je ze veel gemakkelijker en veel dunner snijden", concludeert hij.
Zo. Ik ben nog geen vijf minuten bezig met de workshop Surinaams koken en ik heb al iets geleerd.